De Gulden Sporenslag: veldslag in het verleden, inspiratie in de toekomst
De Gulden Sporenslag: veldslag uit het verleden, inspiratie voor de toekomst
Weinige veldslagen in Europa worden nog herdacht als de Gulden Sporenslag. De data van vele slagvelden zijn voor vele mensen een jaartal in een geschiedkundig boek, in Vlaanderen is de herdenking ook de Vlaams Nationale feestdag. Op stoffige velden honderden jaren geleden werd de droom geboren van een Vlaamse onafhankelijkheid. De vlaggen van de Vlaamse leeuw kondigden een halt toe aan de repressie en de onderdrukking. Nu nog is deze datum in Vlaanderen van betekenis omdat het de hoop en de verzuchting symboliseert van een volk die eeuwenlang onderdrukt is geweest in cultuur, taal, en gebruiken. De roep om onafhankelijkheid is nog nooit zo sterk geweest als nu, de droom van een onafhankelijke staat of een alliantie met Nederland klinkt luider dan ooit. Om niet te verzinken in ideologische en politieke stellingen is het misschien interessant om de historische betekenis van de veldslag te bekijken.
Achtergrond
De Gulden Sporenslag staat bekend als het voornaamste conflict in wat men nu noemt de Frans-Vlaamse oorlog van 1297-1305. De slag zelf heeft plaatsgevonden in de stad Kortrijk (in de Provincie West-Vlaanderen) op 11 juli 1302. De veldslag is historisch belangrijk omdat het de regels van de oorlogsvoering aardig door elkaar heeft geschud. Het was namelijk de eerste maal dat troepen hoofdzakelijk bestaande uit infanterie een leger in de pan hakten die voornamelijk bestond uit de veel sterke cavalerie. Vele strategen waren na deze schermutseling totaal het noorden kwijt.
De reden voor de opstand van de Vlaamse Gildes en edellieden was de Franse expansiedrang. De Vlaamse steden verwierpen de heerschappij van de Franse koning. De graaf van Vlaanderen, Guy van Dampierre werd ten onrechte gevangengezet door de Franse despoot en vervangen door een militaire Franse gouverneur Jacques de Châtillon. Dit werd niet aanvaard door de Vlaamse bevolking omdat de Fransen geen enkele affiniteit hadden met de regio en zijn bewoners. De Fransen gedroegen zich bovendien als een bezettingsleger.
In Brugge barstte de bom toen boze Vlamingen de Franse troepen in Brugge tot de laatste man ombrachten op 18 mei 1302, een revolte die bekend staat onder “de Brugse metten”. Om de Fransen te identificeren moesten deze een Vlaamse zin uitspreken en iedereen die het niet kon uitspreken of met een Frans accent werd omgebracht in een orgie van woede door jarenlange vernederingen en bezetting.
Troepen
De Franse Koning had al een enorm gezichtsverlies geleden en kon dit niet zomaar laten gebeuren. Hij stuurde zijn grootste leger naar Vlaanderen onder leiding van de Graag van Artois, Robert II. De Vlaamse tegenreactie waren twee groepen van 3.000 man van de stadswacht van Brugge. Willem van Gulik een nobele en Pieter de Coninck waren de leiders. Ook de kuststreek stuurde 2.500 man onder leiding van Guy van Namur. Uit Gent kwamen nog een 2500 man en ook uit Zeeland kwam Jan van Renesse met 1000 man uit Ieper.
De Vlaamse troepen waren voornamelijk stedelingen doch ze waren zeer goed uitgerust met de beruchte goedendag en een lange speer. Onervaren waren ze niet, want ze trainden geregeld om hun steden te verdedigen. Van de 9.000 man waren er ongeveer maar 400 ridders, deze ridders waren de enigen met paarden als de rest was voetvolk.
De Franse hadden een typisch feodaal leger met 2.500 edellieden (cavalerie), 1.000 boogschutters, 1.000 speervechters en 3.500 lichte infanterie, samen goed voor ongeveer 8.000 man. Normaal gezien was de slagkracht waarde van een ridder het tienvoud van een infanterist.
De veldslag
In de vroege morgen op een open veld juist buiten de stad Kortrijk, terwijl de ochtendmist nog aan het optrekken was stonden de twee legers tegenover elkaar. Het veld was geniaal verdedigd door de Vlamingen, met grachten, beken en rivieren en obstakels, factoren die het bijzonder moeilijk maakten voor de Franse cavalerie. De strategie van de Fransen was desastreus, ze stuurden eerst hun infanterie doch deze konden niet tijdig doordrukken naar het front, om de eer van de overwinning te gunnen aan de edellieden werd de infanterie teruggetrokken en kreeg de cavalerie de kans om te chargeren. Een complete vergissing zo bleek achteraf ze werden gehinderd door hun eigen terugtrekkende infanterie, en zagen te laat dat ze omsingeld werden door de strategisch geplaatste Vlaamse infanterie, de ridders sneuvelden bij bosjes toen de Vlamingen hun lange speren richten op de cavalerie, het werd een bloedbad. De gevallen ridders werden deskundig afgemaakt door de woedende Vlamingen met hun goedendag. Het veld kleurde rood en de Fransen beseften dat het ondenkbare was gebeurd. Ze vluchten laf weg en werden nog een 10-tal kilometer achterna gezeten door de Vlaamse legers.
Voor de slag waren de Vlaamse instructies simpel en kort geweest: er zouden geen gevangenen worden genomen. Normaal gezien werden de edelen gegijzeld voor losgeld doch de Vlamingen besloten te breken met de traditie, de Franse indringers werden allen afgemaakt. De Franse bevelhebber Robert II van Artois werd in het nauw gedreven en gedood. Hij zou gesmeekt hebben voor zijn leven, doch het antwoord van de Vlamingen was even hard als de strijd: ”We begrijpen geen Frans!”.
De Overwinning
Na de veldslag werden alle gouden sporen verzameld van de Franse ridders, door deze daad kreeg de veldslag ook zijn onsterfelijke naam. Nieuwe berekening hebben aangegeven dat ongeveer 10.000 Fransen het leven lieten, waaronder zeker minimaal 1.000 edellieden. De helft van de Franse adel sneuvelde die dag voor de poorten van Kortrijk. De Gulden Sporen werden als trofeeën opgehangen in de Onze Lieve Vrouw Kerk in Kortrijk.
Deze veldslag was jammer genoeg niet het einde van de oorlog, er zouden nog vele veldslagen volgen met wisselend succes. Het lukte uiteindelijk de Vlamingen niet om hun onafhankelijkheid te verankeren. Vlaanderen werd beurtelings onderworpen door verschillende Europese naties en vecht nu nog in een kunstmatig België nog steeds voor een welverdiende en te lang uitgebleven onafhankelijkheid.
De veldslag werd later geromantiseerd door de Vlaamse auteur Hendrik Conscience in zijn meesterwerk “De Leeuw van Vlaanderen”. Nu nog worden in militaire academiën de veldslag gebruikt als voorbeeld van de macht van een goed georganiseerde infanterie. Een student in West Point, de grootste militaire academie ter wereld weet zeker wat de Guldensporenslag is.
Moderne historici blijven zich verbazen hoe een volks leger zoals de Vlaamse revolte eigenlijk was een dergelijke belangrijke militaire overwinning kon behalen. Men is het er over eens dat de Gulden Sporenslag een schokgolf heeft teweeggebracht bij de heersers en militaire strategen in Europa.
11 juli vandaag
Deze datum is nog steeds gegrift in het collectieve geheugen van iedere Vlaming die de naam waardig is. Deze dag werd uitgeroepen tot Vlaams Nationale Feestdag en het is een Feestdag in het Noorden van België. Deze slag speelde zeker een grote rol in de Vlaamse bewustwording in de negentiende eeuw en de groei van de Vlaamse beweging.
Bedenking
De eerste gedachte is dat het vieren van een dag waar een bloedbad heeft plaatsgevonden als hedendaags symbool voor een ontvoogdingsstrijd misschien paradoxaal kan overkomen. De tijden zijn echter veranderd en de hedendaagse roep voor onafhankelijkheid van Vlaanderen heeft geen enkel agressief karakter. Niemand in Vlaanderen zit te wachten op een gewapende strijd, waar we wel al eeuwen op wachten is het recht op zelfbeschikking en de verbreking van een kunstmatige staatsstructuur in de welke de Vlaamse gebruiken en gedachten geen enkele affiniteit vinden.
De drang naar onafhankelijkheid is niet enkel een taalstrijd het is een identiteitsbevestiging. In die zin zullen we steeds de helden eren van de Gulden Sporenslag als vrijheidsstrijders, voor een vrijheid die ons nog niet is toegekend.
© Thalmaray – 2012.